Iedereen heeft het wel. Een verlangen of een drang naar iets. Het komt in verschillende intenties voor. Vaak levert het alleen maar wat gedoe op. Maar soms kan het ook een behoorlijke impact hebben op je leven. Dan weet je niet meer waar je naartoe moet met al die gedachten en gevoelens die zomaar oprijzen uit je lichaam en geest.
“Wat is het ergste wat er kan gebeuren?”
Het doorbreken van die gedachten en gevoelens is niet makkelijk. Want herken je de gedachten en gevoelens eigenlijk wel of is het onderdeel van je geworden? Is het inmiddels een patroon. Zie het als een persoon, die elke dag over dezelfde straat loopt, en elke dag valt die in een zwart gat. En op dat moment wordt die wakker en denkt die; hoe ben ik hier nou weer beland? Soms zie je het gewoon niet aankomen. De kunst is om het gat te leren herkennen. Dat je het ziet aankomen. En ook al herken je op een gegeven moment het gat, omdat je in staat bent het op te merken. Dat wil nog niet zeggen dat je er niet in valt. Het patroon kan dan nog altijd zo sterk zijn, dat je alsnog valt. Het kost tijd. Heel veel tijd om het zwarte gat op te merken en dan bij jezelf de vraag te stellen ‘of je dat eigenlijk wel wil’. Pas dan heb je de vaardigheid om te kiezen en om het gat heen te lopen.
Als je verlangen verder onderzoekt, dan is het niet iets bijzonders. Je verlangt er naar om iets of iemand te zijn, omdat we dan aardig gevonden worden.
Of je verlangt ernaar om iets te behalen, omdat het anders niet goed genoeg is. Je denkt dat als je dat maar doet, je gelukkig bent. Maar het geloof naar de maakbaarheid van geluk zorgt er juist voor dat we blijven hangen in een vicieuze cirkel. En dat kan resulteren in een disfunctioneel gedragspatroon, zoals anorexia. En dan is dat verlangen in een keer niet meer iets ‘gewoons’ waar iedereen mee te dealen heeft.
Als je veel opgaat in een verlangen, bijvoorbeeld om controle te houden, dan ervaar je dit in het leven zo overweldigend, dat je het gevoel hebt dat het altijd bij jou zou zijn. Dat het nooit meer over zal gaan.
Hoe meer je die gedachten en gevoelens kunt opmerken, hoe vaker je kunt beseffen dat het een illusie is. Dat het niet onderdeel van je is en dat het niet is wie we zijn.
Het moeilijke is om mild te blijven naar jezelf. Want ondanks dat je de gedachten en gevoelens beter weet op te merken tref je jezelf nog altijd aan op de bodem van dat emotionele zwarte gat. Je ziet hoeveel kostbare tijd je verliest aan het opgaan in je eigen wereld van controle. En dan voel je je schuldig. Ontstaan er sterke emoties, zoals woede, verdriet, frustratie en afschuw. Hierdoor wordt het eigenlijk alleen maar erger.
Dit laat zien hoe moeilijk het is om los te laten. Want ook al is je gedrag nog zo kwetsend en destructief, je raakt eraan gehecht. Je komt er niet met wilskracht. De controle is een onrealistische creatie van de geest geworden. Je zult rust moeten vinden met de geest zoals hij geworden is.