MIJN VERHAAL
Er zijn niet veel mensen die weten van mijn verhaal. Voor velen die mij kennen zal deze website dan ook als een verrassing komen. Mocht je één van die mensen zijn; sorry.. Het is de angst voor de reacties, dat ik het verborgen hou.
Er zijn niet veel mensen die weten van mijn verhaal. Voor velen die mij kennen zal deze website dan ook als een verrassing komen. Mocht je één van die mensen zijn; sorry.. Het is de angst voor de reacties, dat ik het verborgen hou.
Er is altijd wel een reden.
Als klein kind was ik al gek op eten. Als er ergens iets te snaaien viel, dan zat ik er bovenop. Niemand had ooit gedacht dat ik anorexia zou krijgen. Maar toch, het gebeurt.. en razendsnel. Wat begon met fanatiek afvallen, werd een obsessie met een angst voor eten.
Een eetstoornis heeft altijd wel een oorzaak. Het is een middel om gevoelens en angsten te kunnen controleren. Je zou haast kunnen stellen dat de ziekte een vriendin is die er altijd voor je is. Die je blij maakt, troost en veiligheid geeft.
Gepest.
Ik werd vroeger veel gepest. Ik wist precies het aantal dagen dat ik nog naar school moest en haatte de pauzes. Want hoe hard ik mijn best ook deed, ik was nooit leuk genoeg. Ik was bang om verkeerde dingen te zeggen of fouten te maken.
“Als je alles perfect doet, dan moeten ze je wel aardig vinden”.
Ik probeerde alles perfect te doen. De dingen te zeggen die van me verwacht werden, maar dat lukte natuurlijk niet. Ik verloor hierdoor mijn eigen identiteit.
Af en toe had ik een maatje, maar al gauw werd dit gezien. Dan werd er even met hem of haar gepraat en was ik mijn maatje weer kwijt. Dit maakt mij bang om vriendschappen te vertrouwen. Ook word ik nog altijd erg onzeker als ik mensen hoor ‘smoezen’. Ik denk dan dat het over mij gaat en kan die gedachten dan moeilijk van me afzetten.
Eindelijk ‘nee’ zeggen.
Het begon allemaal met een paar kilo willen afvallen. En dat lukte. Flink sporten en weinig eten. De kilo’s vlogen eraf. En dat terwijl ik niet echt dik was. Het voelde heerlijk om eindelijk tegen alles wat moest ‘nee’ te kunnen zeggen. Eindelijk iets waar ik wel zelf volledig controle over had. Dat gevoel gaf me vleugels. En elke kilo die ik afviel was een overwinning. De pijn van het afzien voelde fijn. Het verdoofde de pijn en verdriet die eraan ten grondslag lag.
“Eten was een vijand geworden. Ik begreep niet hoe mensen zoveel konden eten. Ik zag de kilo’s er bij elke hap aankomen. Nee, dat zou ik nooit meer doen. Nooit meer zou ik een boterham of laat staan een gebakje eten!”
Dik vond ik mezelf al lang niet meer. Ik vond mezelf zelfs lelijk dun. Als ik in de spiegel keek, dan zag ik een meisje dat er uitgemergeld en uitgeput uitzag. Niet zo gek als je maar drie uren per nacht slaapt, minimaal zes uren sport en dat allemaal op een halve bloemkool. Dag in dag uit.. Toch kon ik niet stoppen. Ik dacht nog 1 kilo en dan ga ik weer ‘normaal’ doen. Dan heb ik een buffer en kan ik zorgeloos een paar kilo aankomen.
Lichaam en geest niet meer één.
Op mijn lichtst woog ik nog maar 45 kilo. Ik was slechts een schim van mezelf en had nergens puf voor. Ik wist inmiddels precies van alles hoeveel calorieën erin zaten en hield alles bij. Er ging niks mijn mond in zonder dat ik het afgewogen en uitgerekend had. Controle, controle, controle.
Ik moest van mijn ouders naar een kliniek, maar weigerde. Ik zal het zelf wel oplossen. En dat heb ik gedaan, althans voor de buitenwereld.
Als ik thuis at, dan gooide ik na het eten alles eruit. Op een avond betrapte mijn moeder me. Ik zal haar gezicht nooit vergeten. Vanaf dat moment kon ik het niet meer ontkennen. Ik heb anorexia. Mijn wereld was zwart en duister. Ik wist niet meer wat ik moest doen om hieruit te komen. Mijn lichaam en geest waren niet meer één.
Om niet naar een kliniek te hoeven, ben ik weer gaan eten. Alles gecontroleerd. Ik had uitgezocht hoeveel calorieën ik moest eten voor het gewicht dat ik maximaal wilde hebben (ondergrens BMI uiteraard) en deed dat. Achteraf nog altijd veel te weinig, maar ik had mijn lijf getraind om het hiermee te doen.
Na 10 jaar dood en dood op.
Ik was kapot. Tien jaar lang in de greep zijn van anorexia is best pittig. Ik sliep vaak maar vier uren per nacht. Stond om vijf uur op om voor het werk te kunnen sporten en na het werk ging ik gelijk weer sporten. Qua eten, at ik slechts een paar dingen die voor mij ‘veilig’ waren. Dit kwam neer op groente, yoghurt en rijstwafels.
Ik leidde een dubbel leven. Aan de ene kant normaal proberen te zijn en aan de andere kant de ziekte die 24/7 in je hoofd schreeuwt.
Overdag eten deed ik niet. Ik ‘spaarde’ alles op voor s’ avonds. Dit deed ik vroeger op school ook in de tijd dat ik gepest werd. Ik durfde niet te eten, bang dat ze daar wat over zouden zeggen. Eten deed ik dus pas als ik thuis kwam. Als de dag voorbij was en het veilig was. Daarnaast wilde ik ook niet met honger naar bed, dit had ik een aantal jaren gedaan en had er een angst voor gekregen.
Overdag niet eten en doen alsof er niks aan de hand is, vraagt een hoop energie. Ik controleerde alles. Meetings met lunch, uitjes, borrels. Alles gaat gepaard met eten én drinken en ik moet overal op voorbereid zijn met een smoes en uitweg.
Ik ben er (bijna).
Ik geloof niet dat je er helemaal vanaf kan komen. Maar de stem in je hoofd zal van een dominante leidende plek naar de achtergrond verdwijnen. Maar dat gaat niet vanzelf. Ik heb nu twee jaar intensieve hulp om weer een gezonde relatie te hebben met eten. Mijn uiteindelijke vriend!
Bedankt voor alle mensen die mij steunen in deze strijd. Zonder jullie had ik het niet gekund. Want ik heb het niet altijd voor mezelf gedaan. Dan nam ik een hapje voor elke persoon die in mij gelooft. Ik zal jullie én mezelf nooit teleurstellen. Tijd om van het leven te genieten. Het is te mooi om het niet te doen!